Cato belt steeds
..... Cato vraagt het voor de zekerheid aan vader. ‘Mogen we noten?’ Dat mag. Ze hangt weer op. Dan lopen ze langs allerlei winkels. Ze zien hele leuke zonnebrillen in de etalage......
‘Lopen jullie dan maar even naar de supermarkt,’ zegt vader. Ze zijn zojuist de pasta vergeten. Ze waren er net. Nu mogen Cato en Wolf weer terug. Cato moet wel haar telefoonhorloge om. Dat heeft ze sinds kort. Ze was met Wolf een keer te ver van huis. In een andere speeltuin. Dat was lastig zoeken voor de ouders. Met het telefoonhorloge kan Cato nu vader bellen, en vader kan haar ook bellen. Voor de pasta hoeven ze alleen maar de straat uit te lopen. Ze lopen langs de markt. Van de notenmevrouw mogen ze een handje pinda’s. Cato vraagt het voor de zekerheid aan vader. ‘Mogen we noten?’ Dat mag. Ze hangt weer op. Dan lopen ze langs allerlei winkels. Ze zien hele leuke zonnebrillen in de etalage. Die willen ze wel op. ‘Denk je dat we naar binnen mogen?’ Weer belt ze vader. ‘We willen ook brillen kopen.’ Dat mag niet. Als ze langs de hinkelbaan van de leuke speelgoedwinkel lopen gaan ze om beurten hinkelen. Cato belt vader om dat te vertellen. Dan zijn ze eindelijk in de supermarkt. Bij de pasta wordt er dan toch getwijfeld. Wolf weet zeker dat het het gele pak is met donkerbruine letters. Maar Cato denkt het pak met rode letters. Cato is blij met haar horloge. Ze kan alles vragen en vertellen. Het gaat zo fijn en zo vlot. Maar vader? Vader is het inmiddels wel zat. Cato belt veel te vaak. Als Cato belt voor de pasta zegt hij ’Pak maar wat je wil.’ En dat doen ze. Het was het verkeerde pak. Dus dat is vaders eigen schuld vindt Cato. Maar het was wel pasta. Dus het was eigenlijk toch gelukt.