De grote hond

..... ‘Woef, woef!’ roept Wolf nu terug. Hij steekt zijn tong uit. Ja, nu durft Wolf wel. Maar als het hondenpaard ineens heel dichtbij komt met zijn sprong schrikt Wolf toch weer......

11/4/2025

Cato en Wolf gaan naar de speeltuin. De speeltuin is heel fijn. Er is een zandbak, een wip, een kabelbaan, en een klimrek. Ze steppen er zo Roetsj Roetsj naar toe. Lekker snel. Cato klimt op het rek en Wolf zit in de zandbak. Het is altijd heel gezellig. Dan loopt er plots een hele grote hond langs. Deze hond hebben ze niet eerder gezien. Het lijkt wel een paard, zo groot is de hond. ‘Woef,’ zegt het hondenpaard. Hij staat vlakbij de zandbak. Wolf schrikt ervan. Snel rent hij naar Cato en klimt op het rek. Het hondenpaard rent achter hem aan. Hij kwispelt. Hij wil spelen. Maar dat wil Wolf niet. Wolf vindt hem groot en spannend. Nu zit Wolf fijn bij Cato. Ze zitten gelukkig hoog. Daar kan de hond niet bij. Woef zegt hij weer. En het hondenpaard springt kwispelend in het rond. ‘Woef, woef!’ roept Wolf nu terug. Hij steekt zijn tong uit. Ja, nu durft Wolf wel. Maar als het hondenpaard ineens heel dichtbij komt schrikt Wolf toch weer. ‘Voor een wolf ben je wel echt bang voor honden,’ zegt Cato. ‘Dat is gemeen! Jij zat geeneens niet in de zandbak. Jij zat lekker hoog. Dan lijkt alles klein.’ Maar de hond was niet klein, de hond was heel groot. Dan komt het baasje eindelijk. Ze roept het hondenpaard. Als hij verdwenen is roetsjen ze weer naar huis. Maar dan, hè get! Wolf rolt zo door een hondendrol. Rondom het wieltje van de step zit de uitgesmeerde poep. ‘Bah, het stinkt!’ roept Cato. ‘Weer die hond!’ roept Wolf. ‘Dat is zeker ook van dat hondenpaard.’ Maar dat is onzin natuurlijk, want dat weet niemand zeker.