In een restaurant

..... Dan ziet Wolf ineens dat er in de hoek van het restaurant ook banken staan. Daar zit helemaal niemand. Maar dat is leuk. ‘Kom, Cato.’ Ze rennen ernaartoe.....

10/18/2025

‘Mogen we een filmpje kijken?’ vraagt Wolf. ‘Nee hoor, dit is een plek om te kletsen,’ zeggen de vaders. Wolf en Cato zitten met hun vaders in een restaurant. Ze gaan daar lunchen. Maar ze vervelen zich zo. Ze zitten aan een tafeltje. Op harde houten stoeltjes. Het is zo saai. Zó saai. Ze kijken naar de mensen. Iedereen kletst. Er komen jongemannen en jongedames voorbij met schortjes om. Ze lopen rond met plateaus met eten en dienbladen met drankjes. Zo lopen ze tussen de vele tafeltjes door. Wolf en Cato gapen ze na. Ze vinden het knap. Ze botsen niet tegen de tafeltjes. En ook niet tegen elkaar. Ze morsen niet. Zo kijken ze een tijdje rond. Dan ziet Wolf ineens dat er in de hoek van het restaurant ook banken staan. Daar zit helemaal niemand. Maar dat is leuk. ‘Kom, Cato.’ Ze rennen ernaartoe. ‘Niet rennen,’ roept vader nog. En dan gaan ze druk aan het werk. Ze kunnen de banken verschuiven. En ze maken een heel parcours. Cato heeft er een rood hoofd van. Ze klauteren over de banken. Dan kruipen ze er weer onderdoor. Ze springen op de kussens. Het is heerlijk. Het lijkt net zo’n grote binnen speeltuin. Ze zijn heerlijk aan het spelen. Tot dat er ineens een jongeman met een schortje bij ze staat. ‘Dit is niet helemaal de bedoeling.’ En hij loopt met ze mee terug naar hun tafeltje. Daar zitten ze weer. Jammer zeg. Weer frunniken ze aan de servetten en wippen op hun stoeltjes. Wolf wil net weer om een filmpje vragen als de tosti’s worden gebracht. Eindelijk! Wat smullen, zeg. En nu weten ze het. Wachten duurt lang in restaurants. Dus de volgende keer nemen ze de grote bak met elastiekjes maar mee. Dan kunnen ze tenminste armbandjes maken.