Naar de dierentuin
..... dan gaan ze weer terug. Wolf zit weer fijn op zijn vaste plek in de bakfiets. Maar, O! Wat is dat nu? Begint het op de terugweg toch nog te regenen. Hè bah......
Het is herfst. Maar het is een mooie zonnige dag. De lucht is helder blauw en het is niet koud. ‘Laten we naar de dierentuin gaan,’ zegt vader. De regenoverall hoeft vandaag niet aan. Cato en Wolf worden in de bakfiets getild. ‘Hee, daar zit ik altijd,’ roept Wolf. ‘Nu zit ik hier,’ zegt Cato. Dat vindt Wolf heel vervelend. Hij wordt boos. Hij begint te trekken aan Cato’s trui. Nu hebben ze ruzie. Maar Cato blijft wel zitten. Vader grijpt in. ‘Cato zit hier op de heenweg, en Wolf zit hier op de terugweg.’ De riempjes gaan vast. ‘Moet de kap er niet op,’ vraagt Wolf. ‘De zon schijnt, dus de kap hoeft niet,’ zegt vader. De bakfiets gaat lekker hard. Hij is elektrisch. De wind waait door hun haren. Maar dat is toch wel koud. ‘De kap moet er toch op, het is zo koud,’ schreeuwt Wolf in de wind naar papa. ‘We gaan niet meer terug. Nog even volhouden, we zijn er bijna!’ En dat klopt. Als ze brug over zijn hoeven ze niet lang meer. Ze lopen de dierentuin in. Het is er heerlijk. Ze gaan eerst naar een film, het is een reis door het heelal. Dan lopen ze nog naar de apen, de leeuwen en de olifanten. Het is een heel groot park. Ze bekijken niet alle dieren, want ze kunnen vaker gaan. Dan eten ze nog poffertjes. En dan gaan ze weer terug. Wolf zit weer fijn op zijn vaste plek in de bakfiets. Maar, O! Wat is dat nu? Begint het op de terugweg toch nog te regenen. Hè bah. Het regent steeds harder. Het is een enorme plensbui. Wolf en Cato worden helemaal nat. Tot op hun onderbroek. Wat akelig nou toch! Vader zet de bakfiets op een hele snelle stand en fietst zo extra hard. Ze zijn gelukkig heel snel thuis. Eerst drogen ze zich af. En dan trekken ze hun warme, zachte onesies aan. Wolf is een beertje geworden en Cato een giraffe. Met een warme kop chocolademelk mogen ze een filmpje kijken. ‘We hadden toch de kap erop moeten doen, hè papa?’ zegt Wolf.